VZH
Verkeerszekere hond
(minimale leeftijd hond: 12 maanden)
Onderdelen:
- Afdeling A – Gehoorzaamheidsoefeningen (min. 42 punten)
- Afdeling B – Praktijk oefeningen
Afdeling A
1. Volgen aan de lijn (15 punten)
Het uitvoeren van het loopprogramma met aangelijnde hond, de lijn dient in de linkerhand gehouden te worden en moet doorhangen, gevolgd door het volgen door de groep.
Na afloop van de oefening buiten de groep de beginpositie innemen met het gezicht naar de groep en de hond aflijnen voor oefening 2.
2. Vrij Volgen (15 punten)
Vanuit de beginpositie volgen door de groep, waarna een nieuwe beginpositie wordt ingenomen en het loopprogramma opnieuw uitgevoerd wordt met een los volgende hond.
Tijdens dit loopprogramma wordt de schotproef uitgevoerd.
3. Zit oefening (10 punten)
De los volgende hond moet op commando, na vanuit de beginpositie 10-15 pas rechtuit, snel en recht gaan zitten, zonder dat de geleider zijn tempo verandert of omkijkt. Als de geleider op minimaal 30 pas afstand van de hond is draait deze zich om. Op aangeven van de keurmeester gaat de geleider terug naar zijn hond en neemt de beginpositie in.
4. Af oefening (10 punten)
De los volgende hond moet op commando, na vanuit de beginpositie 10-15 pas rechtuit, snel en recht gaan liggen, zonder dat de geleider zijn tempo verandert of omkijkt. Op minimaal 30 pas afstand van de hond draait de geleider zich om. Op aangeven van de keurmeester roept de geleider zijn hond voor. De hond moet recht en kort voor de geleider gaan zitten. Na ongeveer 3 seconden moet de hond op commando de beginpositie innemen. De geleider dient de hond nu aan te lijnen om:
a. oefening 5 uit te voeren (oneven examennummers) of
b. met aangelijnd volgende hond naar de keurmeester te gaan om zich af te melden.
5. Afliggen met afleiding (10 punten)
De geleider brengt de aangelijnd volgende hond naar een door de keurmeester aangegeven plaats, neemt de beginpositie in, lijnt de hond af en legt de hond af.
De geleider verwijdert zich minimaal 30 pas van de hond en gaat, in het zicht, met zijn rug naar de hond staan. Tijdens deze oefening wordt door een andere combinatie de oefeningen 1 t/m 4 afgewerkt. Op aangeven van de keurmeester gaat de geleider naar zijn hond, laat hem zitten en lijnt hem na 3 seconden aan. Hierna wordt met aangelijnd volgende hond naar de keurmeester gegaan om zich te melden.
Afdeling B:
1. Gehoorzaamheid en gedrag in het verkeer
Op aanwijzing van de keurmeester loopt de combinatie, met aangelijnde hond, een route. De hond moet netjes volgen en zich onverschillig tonen ten opzichte van ander verkeer. Onderweg wordt de geleider gesneden door een voetganger en ingehaald door een bellende fietser. Hierna keert de geleider en loopt naar de keurmeester, blijft bij hem staan, schud hem de hand en maakt een praatje.
De hond moet hierbij rustig blijven.
2. Gedrag in moeilijke verkeerssituaties
Op aanwijzing van de keurmeester gaat de geleider met aangelijnde hond door druk voetgangersverkeer en houd hierbij tweemaal halt. De hond moet, op commando, de eerste maal gaan zitten en de tweede maal gaan liggen.
3. Gedrag van de voor korte tijd alleen gelaten, aangelijnde, hond
Op aanwijzing van de keurmeester wordt de hond vast gezet en gaat de geleider voor 2 minuten uit het zicht van de hond. Tijdens deze periode wordt de hond, op een afstand van ca. 5 pas, gepasseerd door een voorbijganger met een aangelijnde hond.
De hond moet zich rustig blijven gedragen.